Vervalsingen zijn er in vele soorten en maten. Je hebt valse munten uit de tijd die bedoeld waren om in omloop te brengen (contemporaine vervalsing) en hedendaagse valse munten die bedoeld zijn om de verzamelaar te bedonderen (moderne vervalsing). Numismatisch het meest interessant zijn natuurlijk de eerstgenoemde.
Deventer 28 stuivers (contemporaine vervalsing) “1616”
Zilveren florijnen werden – net als leeuwendaalders – mede geslagen voor de export, met name naar het Middellandse Zeegebied. Deze zilverstukken kwamen daar vervolgens in omloop, en ze werden blijkbaar ter plaatse ook vervalst.
Het is niet zo moeilijk deze valserik te ontmaskeren. Er klopt namelijk veel niet aan deze florijn. De munt is 2 gram te licht, de omschriften zijn een rommeltje en het jaartal 1616 klopt niet. Immers, pas in 1617 werden de eerste Deventer florijnen aangemunt. De valsemunter, blijkbaar niet op de hoogte van de betekenis van de omschriften, heeft als voorbeeld vermoedelijk een versleten of zwak geslagen origineel gehad, waarbij teksten niet meer goed leesbaar waren. Een munt met deze teksten zou in een echt munthuis nooit door de kwaliteitscontrole zijn gekomen. Bovendien werden vervalsingen als deze in de Nederlanden meestal snel ontmaskerd en vernietigd.[1]
Maar in de Oriënt, waar men deze munt veel minder goed kende, viel het niet zo op als vervalsingen als deze in omloop werden gebracht, zeker als ze bij grote transacties vermengd werden met echte stukken.
Fourré
Deze vervalsing is van het fourré-type: een muntplaatje van een laagwaardig metaal, voorzien van een laagje koper en daarover een laagje zilver. Die laagjes zijn op enkele plaatsen afgebladderd, waardoor het roestige binnenste zich verraadt.
Vervalste Deventer florijnen treffen we vooral aan van het veelvoorkomende jaartal 1618 en latere uit 1685 en 1686. In de literatuur is weinig te vinden over de zeldzaamheid van contemporaine vervalsingen. Feit is dat vandaag de dag vervalsingen van provinciale munten veel moeilijker te vinden zijn dan de originele stukken. Maar eigenlijk is dat misschien maar goed ook.
[1] De Bruin, p. 57.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.